Vanaf 2020 zijn de fosfaatgebruiksnormen gewijzigd. Dit heeft gevolgen voor de plaatsingsruimte, grondgebondenheid en mestverwerking. Verder is de fosfaatklasse "neutraal" gesplitst in "neutraal" en "ruim".
Welke waarde hebben nu de fosfaatgebruiksnormen?
In onderstaande tabellen zijn de normen (kg/ha/jaar) weergegeven. Tussen haakjes zijn normen uit 2019 vermeld.
Grasland
Fosfaatklasse PAL-getal Norm
Arm < 16 120 (120)
Laag 16 - 26 105 (100)
Neutraal 27 - 40 95 (90)
Ruim 41 - 50 90 (90)
Hoog > 50 75 (80)
Bouwland
Fosfaatklasse Pw-getal Norm
Arm < 25 120 (120)
Laag 25 - 35 80 (75)
Neutraal 36 - 45 70 (60)
Ruim 46 -55 60 (60)
Hoog > 50 40 (50)
Uit de tabellen blijkt dat de normen in de fosfaatklassen "laag" en "neutraal" zijn verhoogd. De normen voor de klasse "hoog" zijn verlaagd.
Als er geen geldige grondmonsters zijn moet overigens altijd uitgegaan worden van de klasse "hoog".
Is een verhoging van de fosfaatnorm bij klasse "hoog" mogelijk?Ja, dit is mogelijk. Zoals uit de tabellen blijkt is de verlaging van de fosfaatgebruiksnorm bij bouwland fors, 20%. Onder voorwaarden mag de norm op bouwland met 5 kg per ha worden verhoogd.
Om hiervan gebruik te mogen maken moet op de betreffende percelen ten minste 20 kg fosfaat per ha afkomstig zijn van één of meerdere van de volgende mestsoorten:
- Strorijke vaste mest van rundvee, schapen, paarden of geiten.
- Dikke fractie van meststoffen van rundvee.
- Champost.
- Gft-compost.
- Groencompost.
In de administratie moet opgenomen worden op welke percelen de meststoffen zijn toegepast, welke meststof gebruikt is en de hoeveelheid. Daarnaast moet uiterlijk 31 december van het betreffende jaar bij RVO gemeld worden op welke percelen de verhoogde norm is toegepast.
Wanneer mag gebruikt gemaakt worden van de verschillende fosfaattoestanden?Voor de fosfaattoestand "arm" moet het grondmonster gestratificeerd zijn. Veder moet de fosfaattoestand gebaseerd zijn op een geldig grondmonsters en aangegeven zijn in de gecombineerde opgave en uiterlijk 15 mei ingediend zijn. In het verleden werd soepel omgegaan als de PAL- of Pw-waardes niet opgenomen waren in de opgave, maar wel aangetoond konden worden met grondmonsters. Dit is vanaf 2020 niet meer het geval.
Welke gevolgen heeft de wijziging van de gebruiksnormen?Vooral op percelen bouwland met een fosfaattoestand "hoog" daalt de plaatsingsruimte sterk. Op deze percelen wordt de hoeveel uit te rijden mest (bij rundveedrijfmest) veel minder en is de fosfaatruimte ook beperkend.
Op derogatiebedrijven geldt dit in veel mindere mate.
Verder zal in veel gevallen ook de mestverwerkingsplicht toenemen. Ook kunnen er gevolgen zijn voor de grondgebondenheid. Wel is het zo dat het melkveefosfaatoverschot in 2014 berekend wordt met de nieuwe normen.
In alle gevallen geldt dat de effecten per bedrijf (sterk) verschillen. In onze mestprognoses voor 2020 zijn uiteraard de nieuwe normen verwerkt.
Voor vragen kunt u altijd contact met ons opnemen.
Tom Vloet: 06 31 94 59 71
Martijn Verhagen: 06 34 64 62 56
René van Lieshout: 06 22 41 93 55