Landbouwers die meer fosfaat produceren dan ze op hun eigen bedrijf in Nederland kunnen plaatsen, moeten een deel van dit bedrijfsoverschot laten verwerken. Aan de verwerkingsplicht kan voldaan worden door mest af te zetten met code 61, een driepartijenovereenkomst of vervangende verwerkingsovereenkomsten (VVO) te verwerven.
Indien het gehele bedrijfsoverschot (fosfaat) afgezet wordt binnen de regio kunt u vrijgesteld zijn van deze mestverwerkingsplicht op grond van regionale mestafzet (RMO). Het voordeel is dan dat er geen kosten gemaakt hoeven te worden voor VVO’s.
Er moet wel voldaan worden aan een aantal voorwaarden.
Geldt een minimale plaatsingsruimte voor de vrijstelling RMO?
Ja, een landbouwer moet namelijk minimaal 75% van de fosfaatproductie kunnen plaatsen op percelen die bij het bedrijf in gebruik zijn. Om deze reden is de vrijstelling voor intensieve bedrijven niet snel van toepassing.
Hoeveel mest moet/mag binnen de regio afgezet worden?
Het gehele bedrijfsoverschot aan fosfaat dient afgezet te worden binnen de regio.
Let op: dit is dus niet gehele mestoverschot!
Veel melkveehouders zijn namelijk beperkend voor de stikstofgebruiksnorm. In een aantal gevallen kan het dan ook zijn dat niet alle mestafvoer binnen de regio geplaatst hoeft te worden om te voldoen aan deze voorwaarde.
Wat wordt verstaan on de regio?
De loslocatie mag hemelsbreed maximaal 20 kilometer van de productielocatie liggen.
Mag deze mest eerst opgeslagen worden voordat deze wordt uitgereden?
Nee, de afnemer mag deze mest niet eerst opslaan, maar gebruikt deze direct op zijn landbouwgrond.
Een buffercontainer o.i.d. waar de mest wordt ingepompt en vervolgens direct vanuit wordt uitgereden, telt hierbij niet als opslag. Regionale mestafzet voor de vrijstelling is dus alleen mogelijk gedurende het bemestingsseizoen.
Wat moet er administratief geregeld worden?
Vooraf wordt een Regionale mestafzetovereenkomst afgesloten met een afnemer. Deze overeenkomst dient in de eigen administratie bewaard worden (hoeft niet te worden opgestuurd naar RVO). Uiteraard kunnen wij deze RMO voor u verzorgen.
Wat moet er op het VDM ingevuld worden?
Op het vervoersbewijs dierlijke meststoffen (VDM) wordt opmerkingscode 71 ingevuld (regionale mestafzet).
Mag mest die boer-boer wordt afgevoerd, ook meetellen voor regionale mestafzet?
Ja, indien aan de voorwaarden voor boer-boer en regionale mestafzet wordt voldaan, dient opmerkingscode 32 (boer-boer) en 71 ingevuld te worden op het VDM.
Waar moet verder op gelet worden?
Het BEX-voordeel kan grote invloed hebben op de fosfaatproductie en dus ook op de 75% plaatsing van fosfaat op eigen grond.
Om deze reden is het belangrijk om tijdig (najaar 2019) een BEX-prognose te maken.
Mocht daaruit blijken dat niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan, dienen alsnog VVO’s gekocht te worden.
Voor vragen kunt u altijd contact met ons opnemen.
Tom Vloet: 06 31 94 59 71
Martijn Verhagen: 06 34 64 62 56
René van Lieshout: 06 22 41 93 55