Vanwege het (extreem) natte voorjaar zullen niet alle geplande gewassen geteeld kunnen worden. Hierdoor zou het kunnen dat de gecombineerde opgave nog gewijzigd moet worden.
Een aantal van deze wijzigingen kunnen gevolgen hebben voor mest- en/of GLB-regelingen. Deze worden hieronder beschreven.
Kan de gewascode van een perceel nog gewijzigd worden na 17 mei?
In het kader van de mestwetgeving kan de gewascode van een perceel, ook na 17 mei, nog gewijzigd worden.
Voor de plaatsingsruimte dierlijke mest gelden in de meeste gevallen dezelfde normen. Alleen de fosfaatnorm voor grasland is hoger dan bij akkerbouwgewassen.
Voor de kunstmestruimte dient uitgegaan te worden van het gewas dat daadwerkelijk geteeld wordt op het perceel.
In het kader van de GLB-basispremie kan de gewascode ook gewijzigd worden.
Het gewas dat overwegend aanwezig is in de periode 15 mei t/m 15 juli dient namelijk opgegeven te worden bij de gecombineerde opgave.
In de situatie dat u de ecoregeling aanvraagt kan het echter zijn dat het wijzigen van een gewascode gevolgen heeft voor het resultaat.
Er kunnen namelijk geen nieuwe ecoactiviteiten worden aangemeld na 17 mei.
Voorbeeld:
Door toepassing van onderzaai bij snijmais wordt ecoregeling zilver behaald.
Vanwege de natte omstandigheden blijft dit perceel in 2024 grasland.
Hierdoor vervalt de ecoactiviteit op dit perceel en kan het zijn dat u terugvalt naar brons of geen resultaat voor de ecoregeling omdat de nodige punten en/of waarde niet behaald worden.
Dit kan niet meer gecompenseerd worden door bijvoorbeeld ergens een rand groene braak aan te leggen vanwege de uiterste datum van 17 mei. Er kunnen immers geen nieuwe ecoactiviteiten meer aangemeld worden.
Vanwege de natte omstandigheden heb ik mijn grasland nog niet gescheurd om vervolgens snijmais te zaaien. Mag ik dit grasland nu nog scheuren?
De regels voor het scheuren van grasland zijn zeer verschillend per grondsoort en gebied. Bij twijfel adviseren we u om contact op te nemen om uw situatie te bespreken.
Hieronder worden de meest voorkomende situatie beschreven.
Klei- en veengrond buiten NV-gebied (geen derogatiebedrijf)
Op klei- en veengrond mag u tussen 1 februari en 15 september grasland vernietigen.
U mag dit perceel dus nog scheuren om vervolgens snijmais (of een ander akkerbouwgewas) te telen.
Wilt u dit perceel na het scheuren nog bemesten? Hiervoor is een scheurmonster nodig waaruit blijkt dat de hoeveelheid stikstof in de bodem te laag is.
Klei- en veengrond buiten NV-gebied (derogatiebedrijf)
Op klei- en veengrond mag u tussen 1 februari en 31 mei grasland vernietigen.
U mag dit perceel nu dus niet meer scheuren voor de teelt van snijmais (of een ander akkerbouwgewas).
Zand- en lössgrond
Op zand- en lössgrond mag u tussen 1 februari en 10 mei grasland vernietigen als u direct daarna een stikstofbehoeftig gewas zaait.
Stikstofbindende gewassen zoals luzerne, klaver en bonen zijn niet stikstofbehoeftig. Deze mogen dus niet geteeld worden na grasland.
Tussen 11 mei en 31 mag u ook grasland vernietigen, mits er direct daarna opnieuw gras wordt ingezaaid.
Na 10 mei is het op zand- en lössgrond dus niet toegestaan om grasland te scheuren voor de teelt van een ander gewas.
Wordt een vanggewas na mais (of een ander akkerbouwgewas) ook gezien als grasland?
Alleen als u dit vanggewas dit jaar oogst voor voederwinning geldt dit als grasland en gelden de regels zoals hierboven beschreven.
Wanneer het vanggewas alleen wordt ondergewerkt en niet wordt gebruikt voor voederwinning, blijft vernietiging wel toegestaan.
In plaats van mais te zaaien, wil ik het aanwezige vanggewas laten staan. Geldt dit als rustgewas in het kader van de verplichtte gewasrotatie 1:4 op zandgronden?
In het geval van grasachtige vanggewassen geldt dit inderdaad als rustgewas, mits het gebruikt wordt voor voederwinning.
Dit voldoet dan namelijk aan de definitie van tijdelijk grasland.
Ook granen die op de lijst mest rustgewassen staan zijn een rustgewas. Deze lijst is als bijlage opgenomen.
Andere vanggewassen zoals Japanse haver, bladrammenas en gele mosterd zijn geen aangewezen rustgewassen. Deze tellen alleen als rustgewas wanneer ze geteeld worden met het productiedoel zaaizaad of vermeerdering.
Voor vragen kunt u altijd contact met ons opnemen.
Tom Vloet: 06 31 94 59 71
Henk Oppers: 06 22 52 05 48
Niek Elemans: 06 24 94 84 62
René van Lieshout: 06 22 41 93 55