Door de droogte en hoge temperaturen zal in een aantal gevallen de onderzaai van een vanggewas bij de teelt van snijmais op zandgronden mislukt zijn. Hoewel bij onderzaai een resultaatsverplichting tot voldoende ontwikkeling van het vanggewas geldt, wordt er bij een controle rekening gehouden met een slechte ontwikkeling vanwege de droogte. Onder voorwaarden mag (of beter moet) dan, ook na 1 oktober, een nieuw vanggewas gezaaid worden.
Dit blijkt uit een bericht van RVO.
Indien de mais geoogst wordt na 1 oktober en de onderzaai mislukt is, moet direct na de oogst van de mais het vanggewas opnieuw gezaaid worden. Op mogelijke gedeeltes van het perceel waar het vanggewas wel tot ontwikkeling is gekomen hoeft dit uiteraard niet te gebeuren.
U heeft de keus uit de volgende gewassen: bladkool, bladrammenas, gras, japanse haver, spelt, triticale, winterrogge, wintertarwe en wintergerst.
Bij een mogelijke controle is het in ieder geval van belang dat u bewijzen kunt laten zien van de onderzaai (bijvoorbeeld facturen van het loonbedrijf).
Het is raadzaam om zeker bij derogatiebedrijven geen risico te nemen met het vanggewas. Bij onvoldoende ontwikkeling hiervan is het raadzaam om een gedeelte opnieuw te zaaien. Hiermee voorkomt u een mogelijke intrekking van de derogatievergunning met de bijbehorende forse gevolgen van overschrijding van de stikstofgebruiksnormen.
Voor vragen kunt u altijd contact met ons opnemen.
Tom Vloet: 06 31 94 59 71
Martijn Verhagen: 06 34 64 62 56
René van Lieshout: 06 22 41 93 55