Landbouwbedrijven met een energiebesparingsplicht moeten vóór 1 juli 2019 ook voldoen aan een informatieplicht. Dit houdt in dat bedrijven die jaarlijks meer dan 50.000 kWh en/of 25.000 m3 aardgas verbruiken, voor deze datum de gerealiseerde energiebesparende maatregelen moeten melden via het zogenaamde e-loket van RVO.
Voor welke bedrijven geldt de rapportageverplichting?
Zoals al aangegeven geldt de verplichting voor bedrijven die jaarlijks meer dan 50.000 kWh en/of 25.000 m3 aardgas (of omgerekend propaanequivalent) verbruiken. Daarnaast moet het bedrijf onder de werking van het Activiteitenbesluit milieubeheer vallen. Dit zijn alle landbouwbedrijven die geen omgevingsvergunning milieu nodig hebben, de zogenaamde type B-inrichtingen.
De rapportageverplichting geldt hiermee voor bedrijven, voor zover het energieverbruik hoger is dan aangegeven, voor het houden van maximaal (vergunde situatie):
- 200 stuks melkvee (exclusief jongvee);
- 340 stuks jongvee;
- 750 zeugen;
- 2.000 vleesvarkens;
- 3.750 gespeende biggen;
- 40.000 stuks pluimvee
- 1.200 stuks vleesrunderen;
- 2.000 schapen of geiten.
Voor bedrijven met een grotere omvang is de energiebesparingsplicht al in de omgevingsvergunning opgenomen en is de rapportage niet aan de orde.
Het komt er dus op neer dat veel landbouwbedrijven de energiebesparende maatregelen moeten rapporteren.
Wat houdt de informatieplicht nu in?
Dat uiterlijk 1 juli 2019 in het e-loket van RVO gerapporteerd wordt welke besparende maatregelen genomen zijn.
Als uitgangspunt geldt hierbij de Erkende Maatregelenlijst Energiebesparing Bedrijfstak Agrarische sector
Erkende maatregelenlijst Energiebesparing Bedrijfstak Agrarische sector
. Deze lijst bevat energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. De maatregelen zijn als volgt onderverdeeld:
- Gebouw, isoleren van de gebouwschil;
- Gebouw, ventileren van een ruimte;
- Gebouw, verwarmen van een ruimte;
- Gebouw, in werking hebben van verlichtingsinstallatie;
- Faciliteiten, in werking hebben van een stookinstallatie;
- Faciliteiten, warm tapwatervoorziening, geen stookinstallaties;
- Faciliteiten, in werking hebben van een koelinstallatie;
- Faciliteiten, in werking hebben van een productkoeling;
- Faciliteiten, in werking hebben van elektromotoren;
- Faciliteiten, in werking hebben van pompen;
- Faciliteiten, in werking hebben van een vacuümsysteem;
- Processen, het verwarmen van producten en of procesbaden.
Lang niet alle onderdelen zijn overigens voor ieder bedrijf van toepassing en hoeven dan ook niet gerapporteerd te worden.
In principe is het zo dat een bedrijf voldoet aan de gestelde energiebesparingseisen indien alle relevante besparingen per onderdeel genomen zijn.
Hoe bereidt u zich voor?Ten eerste moet u het energieverbruik nagaan om te bepalen of u wel een rapportageplicht hebt. Zoals al aangegeven zal dit vaak het geval zijn. In de
Erkende Maatregelenlijst Energiebesparing Bedrijfstak Agrarische sectorErkende Maatregelenlijst Energiebesparing Bedrijfstak Agrarische sector
kunt u zelf de 12 genoemde onderdelen nalezen en bekijken welke maatregelen genomen zijn. Vervolgens vult u de module in op het e-loket.
Wat gebeurt er na het indienen van de rapportage?Het bevoegd gezag voor uw bedrijf (vrijwel altijd de gemeente of omgevingsdienst) is verantwoordelijk voor het toezicht en handhaving van de wettelijke energiebesparingsplicht én informatieplicht. Het bevoegd gezag haalt uw rapportage op in het e-loket en beoordeelt of u voldoet aan de informatie- en energiebesparingsplicht. Naar aanleiding van de rapportage kan de gemeente aanvullende vragen hebben.
Heeft u hulp nodig bij het rapporteren?Dan zijn wij u uiteraard graag van dienst. U kunt dit ons laten door deze mail te beantwoorden. Vanaf half mei zullen wij hiermee aan de slag gaan zodat de rapportage op tijd ingediend is.
Zorg in ieder geval dat de rapportage op tijd ingediend is. Hiermee voorkomt u de altijd vervelende handhavingsacties van het bevoegd gezag.
Voor vragen kunt u altijd contact met ons opnemen.
Tom Vloet: 06 31 94 59 71
Martijn Verhagen: 06 34 64 62 56
René van Lieshout: 06 22 41 93 55