Gisteren heeft Minister Schouten een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin ze de stand van zaken met betrekking tot de fosfaatrechten aangeeft. Ze gaat onder andere in op de hoeveelheid fosfaatrechten, afroming bij overdracht en vleesvee in relatie tot de fosfaatrechten.
Fosfaatrechten en afroming
Er zijn ongeveer 85,3 miljoen kg fosfaatrechten toegekend aan de melkveehouderij. Dit aantal kan enerzijds nog oplopen door lopende bezwaar- en beroepsprocedures. Anderzijds kan het aantal afnemen door de 10% afroming bij overdracht van rechten.
Het aantal fosfaatrechten voor de melkveehouderij mag echter op grond van afspraken met de Europese Commissie maximaal 84,9 miljoen kg bedragen.
De hoeveelheid fosfaatrechten moet daarom verminderd worden. Schouten wil een nieuwe generieke korting vermijden en komt nu met twee andere maatregelen.
Ten eerste komen de rechten in de fosfaatbank te vervallen. De rechten zijn door afroming bij overdrachten in de fosfaatbank gekomen en betreft een aantal van 420.000 kg.
Ten tweede wordt de afroming bij overdracht in 2019, en mogelijk langer, verhoogd van 10% naar 20%. De Minister geeft ook nog aan dat indien dit nog onvoldoende rechten oplevert, de korting eind 2019 nog hoger kan worden. De benodigde wetswijziging wordt op korte termijn naar de Tweede Kamer gestuurd. Totdat de wet gewijzigd is, blijft de afroming 10%. Het kan dus interessant zijn om overdrachten eerder uit te voeren om de extra korting te voorkomen.
Diercategorie 102 bij vleesvee
Er is al heel wat te doen geweest over fosfaatrechten voor jongvee ouder dan 1 jaar (diercategorie 102). Oorspronkelijk werden voor alle dieren die onder deze categorie fosfaatrechten toegekend, ook voor jongvee dat gehouden werd op vleesveebedrijven. Met de Beleidsregel fosfaatrechten jongvee werd dit weer gecorrigeerd en kwamen er herbeschikkingen. De bedoeling was dat fosfaatrechten alleen nodig zijn, en verkregen werden, voor jongvee dat gehouden werd voor de vervanging van de melkveestapel of van zoogkoeien. Op 16 april 2019 heeft het College voor het Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) een drietal uitspraken gedaan met betrekking tot de vleesveehouderij. Kortgezegd oordeelde het CBb dat door de definitie van “melkvee” in de `Meststoffenwet voor alle dieren die onder diercategorie 102 vallen fosfaatrechten nodig zijn, en dat deze dus ook toegekend moeten worden. Het is hierbij niet van belang of deze dieren uiteindelijk kalven.
De Minister schat in dat nu ongeveer 300.000 kg fosfaatrechten extra toegekend moeten worden aan vleesveehouders. Er worden al 420.000 kg fosfaatrechten benut in de vleesveehouderij. Deze hoeveelheid fosfaatrechten tellen overigens niet mee voor het sectorplafond van 84,9 miljoen kg.
De Minister is nu voornemens om de Meststoffenwet aan te passen. Op dat moment is de situatie weer zoals deze was tot 16 april. Hoe het dan tussentijds moet is op dit moment onduidelijk.
Forfaitaire productie en (ver)lease zonder afroming
De Minister stipt ook nog aan dat ze overweegt Tabel 6 met de forfaitaire fosfaatproductie in relatie tot de melkproductie aan te passen, zowel aan de boven- als ondergrens. Praktisch gezien is hierbij de bovengrens vooral van belang. Op dit moment is het zo dat bij een melkproductie van 10.625 kg/jaar of meer de fosfaatproductie per koe 49,3 kg bedraagt. Als de staffeling verlengd wordt zou het dus kunnen zijn dat de fosfaatproductie per koe kan stijgen tot bijvoorbeeld 50 kg. Op zich gebeurt dit nu ook bij lagere producties, maar het verschil is echter wel hoe dan omgegaan wordt met bedrijven die in 2015 al een hogere productie dan 10.625 kg per koe hadden. Deze bedrijven krijgen dan mogelijk weer een herbeschikking.
Een ander punt dat de Minister gaat bekijken is de mogelijkheid tot verlease zonder afroming. Dit zou dan voor een beperkt deel van de rechten op een bedrijf mogelijk zijn. Dit zou ingevoerd kunnen worden om (kleine) schommelingen in de fosfaatproductie op te kunnen vangen (zoals dit ook kan met varkensrechten).
Samenvattend, de brief bevat enkele duidelijke punten maar ook weer veel onduidelijkheden. Dat zou toch niet het geval moeten zijn.
Voor vragen kunt u altijd contact met ons opnemen.
Tom Vloet: 06 31 94 59 71
Martijn Verhagen: 06 34 64 62 56
René van Lieshout: 06 22 41 93 55